Jan Thate zat nooit stil. Na zijn pensionering is hij o.a. gefascineerd geraakt voor wat we noemen de ‘links-rechts, man-vrouw’ theorie. Na bezoeken aan middeleeuwse Basilieken, kathedralen, Hindoebeelden, tempels en tempelleeuwen is hij tot de conclusie gekomen dat er verschillen zijn tussen de linker-en rechterkant. Waarbij de linker veelal groter/dikker is dan de rechter. In het geval van de leeuwen voor tempels komt hij tot de conclusie dat de linker vaak de man is en de rechter de vrouw.
In het boek Jan Thate, huisarts te Warnsveld beschrijft Krijn van de Heijden het volgende over deze mogelijke theorie, die ontstaan is tijdens een bezoek aan Nepal;
“Als hij scherp waarneemt, valt hem iets op. Tot zijn verbazing blijkt de linker leeuw iets hoger te zijn dan de rechter, en meer golven aan de manen en meer plooien aan de poten te hebben. Zijn fascinatie voor het verschijnsel links-rechts is geboren. Hij begint een zoektocht langs tempels in Kathmandu en andere steden en noteert nauwkeurig het aantal plooien en golven van de leeuwen die ze bewaken. De leeuwen voor de Bahars-tempel in Pokhara, geven hem de sleutel. De linker leeuw blijft de man te zijn. De rechter leeuw, die duidelijke geslachtskenmerken heeft, de vrouw.” (van der Heijden, 2017, p. 136).
In zijn verdere onderzoek stuit hij op de archetypen van de psycholoog Carl Jung en komt hij tot de conclusie dat in het Hindoeïsme de mannelijke component vrijwel altijd aan de linkerzijde wordt afgebeeld. Ook gaat Thate zelf aan de slag en deed empirisch onderzoek naar de links-rechts theorie op scholen en onder studenten van de politieschool.
In zijn biografie over Jan Thate sluit Krijn van de Heijden dit hoofdstuk af met;
“Jan Thate beschouwt zijn conclusies als een bron waaruit weer veel nieuwe vragen kunnen opborrelen.” (van der Heijden, 2017, p. 138)
Schriftjes met tabellen, schema’s en grafieken zijn veelal bewaard gebleven. Wordt mogelijk vervolgt..